Artikel afkomstig van: https://www.telmeemettaal.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/2023/05/01/taal-is-een-medicijn
Met een toolkit voor huisartsenpraktijken wil de gemeente Rotterdam de taalvaardigheid van inwoners rond gezondheid verbeteren. Laaggeletterde Rotterdammers maken vaker gebruik van de spoedeisende hulp, maken minder gebruik van preventieve zorg en begrijpen etiketten van medicijnen minder goed.
“De gemeente Rotterdam gaat bij het verbeteren van taalvaardigheid zoveel mogelijk uit van de persoonlijke motivatie van Rotterdammers,” vertelt Nevin Muratoglu, senior beleidsadviseur Taal en Gezondheid bij de gemeente. “Wat maakt dat mensen hun taalvaardigheid willen verbeteren? Taal is een middel, niet het doel. We haken daarom aan op thema’s waarbij taal direct praktisch toepasbaar is: werk, geld, gezondheid en persoonlijke ontwikkeling. Binnen die thema’s is er gratis lesaanbod in de gemeente, vaak een combinatie van voorlichting en taaleducatie. Voor het thema gezondheid bijvoorbeeld gaat het gemeentelijk lesaanbod over woordenschat rond gezondheid en ziektebeelden, maar ook over het vinden van een zorgverzekering en het aanvragen van zorgtoeslag. Die directe toepasbaarheid motiveert mensen beter dan schoolse taalles over d’s t’s.”
Hiermee lukt het de gemeente heel wat laaggeletterde Rotterdammers te helpen, maar er blijft een groep die moeilijk te bereiken is. Muratoglu: “Sommige inwoners met een taalachterstand kom je als gemeente niet tegen. Ze komen niet aan het loket of in de buurthuizen, of ze hebben geen schoolgaande kinderen. Daarom hebben we een training opgezet voor zorgverleners; hoe herken je laaggeletterdheid in je huisartsenpraktijk, en hoe verwijs je mensen door naar taalverbeterende initiatieven?”
Ontwikkeld met de praktijk
In het kader van die training heeft de gemeente de toolkit ‘Taal is een Medicijn’ ontwikkeld: een pakket met materialen die zorgpersoneel kunnen helpen met patiënten het gesprek over laaggeletterdheid te voeren. Hiervoor heeft Muratoglu samengewerkt met ervaringsdeskundigen. “Ik vond het belangrijk om deze toolkit vanuit de praktijk te ontwikkelen,” vertelt ze. “We wilden iets maken waar huisartsen en praktijkondersteuners echt mee wilden werken. Daarom heb ik voor de toolkit naast specialistische artsen en de Stichting Voorlichters Gezondheid samengewerkt met twee Rotterdamse huisartsenpraktijken.”
Een van hen is Esma Bugdayci, praktijkondersteuner bij een praktijk in Rotterdam Zuid. Ze vond het leuk om mee te denken bij het project: “We hadden op de praktijk eigenlijk geen materiaal gericht op laaggeletterden, terwijl het hier wel een belangrijk thema is. Voorheen waren het vooral mensen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond die weinig of geen Nederlands spraken, nu is die groep veel breder geworden. Zo zijn er veel Portugezen en Polen in de buurt die eigenlijk onvoldoende Nederlands spreken voor een gesprek over hun gezondheid.”
Top of mind
Muratoglu en Bugdayci hebben met de anderen nagedacht over de materialen die van pas zouden kunnen komen in een praktijk. De uiteindelijke toolkit bevat onder andere geïllustreerde uitlegkaarten van veelvoorkomende ziektebeelden, een medicijnpaspoort en een notitieblok met ‘doktersrecepten’ waarop de zorgverlener een taalcursus in de buurt kan aanbevelen. Op de website Beter in Taal verzamelt de gemeente lokale taalverbeterende initiatieven. Een belangrijk onderdeel van de toolkit is de flip-over: een informatieblok voor op het bureau. Bugdayci: “Tijdens de ontwikkeling gaven artsen aan dat er iets bij moest zitten wat ervoor zorgt dat laaggeletterdheid altijd top of mind is. De flip-over doet dat: bij mij staat hij altijd op het bureau, en ik pak hem er vaak bij.”
Tegen eenzaamheid
Inmiddels is de toolkit breed verspreid onder geïnteresseerde Rotterdamse huisartsenpraktijken en de eerste reacties zijn enthousiast. Bugdayci: “Het scheurblokje met doktersrecept voor taaladvies wordt heel veel gebruikt. Je geeft daarmee echt iets mee wat van de dokter komt.” Ook bij patiënten merkt ze in haar dagelijks werk de kracht van de toolkit. “Taalvaardigheid heeft ook een belangrijke sociale functie. Een patiënt die ik met de toolkit had doorverwezen naar een taalgroep vertelde me later hoe goed de cursus werkte tegen haar eenzaamheid. Je hebt meer contact als je beter Nederlands spreekt, en de verschillende culturen in een taalgroep kunnen je wereld openen. Ze zei tegen mij: “Ik ben zo blij, ik heb zoveel geleerd. Ik weet nu dat ik eigenlijk niets wist!”
Muratoglu merkt ook dat er interesse is bij andere gemeenten. “Op de jaarvergadering van de VNG werd het genoemd en gedeeld in een workshop, waardoor er andere gemeenten waren die wilden weten wat we aan het doen zijn. Het is leuk om een inspiratiebron te zijn en we gaan graag met andere gemeenten in gesprek, maar de kracht van het project is dat het is toegespitst op lokale initiatieven en taalaanbieders. Je kunt het niet zomaar kopiëren.” Muratoglu denkt bovendien dat de toolkit vooral geschikt is voor grote steden: “In kleine gemeenten hebben huisartsen al goed zicht op het taalaanbod in het lokale taalhuis of bibliotheek. In grote gemeenten als Rotterdam is er minder overzicht en mis je de korte lijntjes. Dan komen een heldere website en deze toolkit goed van pas.”